En théorie, la redevance radio-télévision était une « taxe communautaire », mais, en pratique, seules les régions pouvaient, moyennant l'accord des communautés, accorder des remises ou imposer des majorations.
Het kijk- en luistergeld was theoretisch een « gemeenschapsbelasting », maar in de praktijk waren het evenwel uitsluitend de gewesten die, mits instemming van de gemeenschappen, hierop kortingen of vermeerderingen konden toestaan.