Traduction de «tibia » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

tibia
botstructuur van tibia

corps du tibia
corpus tibiae

condyle interne du tibia | tubérosité interne du tibia
condylus medialis tibiae

hémiatrophie congénitale de l'épiphyse tibiale supérieure | maladie de Blount | osteochondrosis deformans tibiae | syndrome de Blount-Barber | syndrome d'Erlacher-Blount | tibia vara
osteochondrosis deformans tibiae | syndroom van Blount | tibia vara

condyle externe du tibia | tubérosité externe du tibia
condylus lateralis tibiae

Ostéochondrite (juvénile) de:épiphyse supérieure du tibia [Blount] | tubercule tibial [Osgood-Schlatter] | Tibia vara
osteochondrose (juveniel) van | proximale tibia [Blount] | osteochondrose (juveniel) van | tuberositas tibiae [Osgood-Schlatter] | tibia vara

partie distale du tibia
distale tibia

Incurvation congénitale du tibia et du péroné
congenitale kromming van tibia en fibula

Ostéochondrite juvénile du tibia et du péroné
juveniele osteochondrose van tibia en fibula

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

168276 - 168280 Vis ou cheville d'ostéosynthèse canulée, sans possibilité de verrouillage à stabilité angulaire, pour l'ensemble des composants, par vis 168335 - 168346 Vis de compression sans tête (type « HERBERT ») canulée, pour l'ensemble des composants, par vis »; « règle interprétative 17 question Comment doit on calculer la différence de longueur entre les membres dans la condition de remboursement L- § 20 ? réponse Dans la condition de remboursement L- § 20, par « différence de longueur des membres congénitale de plus de 3 cm liée à un raccourcissement du fémur ou du tibia », il faut comprendre que la différence de longueur congénitale entre les membres inférieurs est supérieure à 3 cm et que cette inégalité peut concerner soit le tibia, soit le fémur, soit les 2 os pris ensemble.
168276 - 168280 Gecanuleerde osteosyntheseschroef of peg, zonder mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef 168335 - 168346 Gecanuleerde koploze compressieschroef (type « HERBERT »), voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef"; "interpretatieregel 17 vraag Hoe moet men het lengteverschil tussen de ledematen in de vergoedingsvoorwaarde L- § 20 berekenen ? antwoord In de vergoedingsvoorwaarde L- § 20, wordt met "congenitaal lengteverschil van de ledematen van meer dan 3 cm gekoppeld aan een verkorting van het femur of de tibia" bedoeld dat het congenitaal lengteverschil tussen de onderste ledematen groter dan 3 cm moet zijn en dat dit verschil betrekking kan hebben op ofwel de tibia, ofwel het femur ofwel op de 2 beenderen samen.

167996 - 168000 Clou centromédullaire dynamique pour allongement du fémur ou tibia ».
167996 - 168000 Centromedullaire dynamische nagel voor verlenging van het femur of de tibia".

Prélevée sur donneur décédé : hémi-épiphyse (tête fémorale isolée, massif trochantérien, hémi-fémur distal, hémi-tibia proximal, tibia distal, calcaneum)
Weggenomen bij overleden donor : hemi-epifyse (geïsoleerde femurkop, trochanters : maior en minor samen, half distale femur, half proximale tibia, distale tibia, calcaneum)

19° Prélevée sur donneur décédé : hémi-épiphyse (tête fémorale isolée, massif trochantérien, hémi-fémur distal, hémi-tibia proximal, tibia distal, calcaneum) : 387,9 euros;
19° Weggenomen bij overleden donor : hemi-epifyse (geïsoleerde femurkop, trochanters : maior en minor samen, half distale femur, half proximale tibia, distale tibia, calcaneum) : 387,9 euro;

L'angle maximal de flexion dynamique du genou ne dépasse pas 24,0°, le déplacement dynamique maximal en cisaillement du genou ne dépasse pas 7,5 mm et l'accélération mesurée à l'extrémité supérieure du tibia ne dépasse pas 215 g.
De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 24,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 7,5 mm en de aan de bovenkant van de tibia gemeten versnelling niet groter dan 215 g.

L'angle maximal de flexion dynamique du genou ne dépasse pas 26,0°, le déplacement dynamique maximal en cisaillement du genou ne dépasse pas 7,5 mm et l'accélération mesurée à l'extrémité supérieure du tibia ne dépasse pas 250 g.
De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 26,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 7,5 mm en de aan de bovenkant van de tibia gemeten versnelling niet groter dan 250 g.

L'angle maximal de flexion dynamique du genou ne dépasse pas 21,0° , le déplacement dynamique maximal en cisaillement du genou ne dépasse pas 6,0 mm et l'accélération mesurée à l'extrémité supérieure du tibia ne dépasse pas 200 g .
De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 21,0 °, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 6,0 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 200 g.

5.1. Le critère de la force de compression du tibia est déterminé par la force de compression (Fz) exprimée en kN, exercée axialement sur chacun des tibias du mannequin et mesurée conformément aux dispositions de l'appendice 1 point 5.2.4 de la présente annexe.
5.1. Het tibia-drukkrachtcriterium wordt bepaald door de drukkracht (Fz), uitgedrukt in kN, die axiaal op elke tibia van de proefpop wordt overgebracht en wordt gemeten overeenkomstig punt 5.2.4 van aanhangsel 1.

5. CRITÈRE DE LA FORCE DE COMPRESSION DU TIBIA (TCFC) ET INDEX DU TIBIA (TI)
5. TIBIA-DRUKKRACHTCRITERIUM (TCFC) en TIBIA-INDEX (TI)

3.2.1.8. l'indice du tibia (TI) mesuré au sommet et à la base de chaque tibia n'est pas supérieur à 1,3 dans chaque position;
3.2.1.8. de tibia-index (TI), gemeten aan de onder- en bovenzijde van elke tibia, mag op beide plaatsen niet groter zijn dan 1,3;