7. Les États membres tiennent dûment compte des besoins spécifiques éventuels des victimes, lorsque ces besoins proviennent notamment d’une éventuelle grossesse, de leur état de santé, d’un handicap, de troubles mentaux ou psychologiques ou de formes graves de violences psychologiques, physiques ou sexuelles dont elles ont fait l’objet.
7. De lidstaten hebben aandacht voor de belangen van slachtoffers met specifieke behoeften, met name waar deze behoeften voortkomen uit een eventuele zwangerschap, hun gezondheidstoestand, een handicap, een geestesstoornis of psychische aandoening die zij hebben, of als gevolg van ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld die zij hebben ondergaan.