« Art. 56 bis. Lorsque l'engagement de pension, en ce qui concerne les pensions de retraite et/ou de survie en cas de décès après la retraite, porte sur le paiement d'une presta
tion définie qui ne tient pas compte des années de service prestées, la prestation qui, à tout moment, sert de base pour le calcul de la réserve acquise, est, par dérogation à l'article 19, §§ 2, 3 et 5, égale, jusqu'au 31 décembre 2006 inclus, à la prestation afférente à la pension de retrai
te qui est prise en compte pour le calcul de la réserve minimale visée
...[+++] à l'article 19, § 2, premier tiret, sauf si le règlement de pension prévoit explicitement un calcul dérogatoire et que les réserves acquises, calculées de cette manière, sont supérieures à la réserve minimale.« Art. 56 bis. Wanneer de pensioentoezegging met betrekking tot het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden na de pensionering voorziet in de betaling van een vaste prestatie die geen rekening houdt met de gepresteerde dienstjaren, dan is de prestatie di
e op ieder ogenblik dient als basis voor de berekening van de verworven reserve, in afwijking van artikel 19, §§ 2, 3 en 5, tot en met 31 december 2006 gelijk aan de prestatie met betrekking tot het rustpensioen, die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de minimumreserve zoals bedoeld in artikel 19, § 2, eerste streepje, tenzij het pensioenreglement uitdrukkelijk voor
...[+++]ziet in een afwijkende berekening die resulteert in verworven reserves die hoger zijn dan de minimumreserve.