Par cet arrêt, la Cour de cassation a admis qu'un tiers à une sentence arbitrale puisse en obtenir l'annulation, mais uniquement dans l'hypothèse où le litige soumis à l'arbitrage a été simulé dans le but de porter atteinte à ses droits, en jugeant que dans cette hypothèse spécifique, le tiers devait être considéré comme une partie intéressée.
Bij dat arrest heeft het Hof van Cassatie aanvaard dat een derde bij een arbitrale uitspraak de vernietiging ervan kan verkrijgen, maar uitsluitend in de hypothese dat het aan arbitrage voorgelegde geschil is gefingeerd teneinde zijn rechten te schaden, door te oordelen dat de derde, in die specifieke hypothese, moest worden beschouwd als een betrokken partij.