Toutefois, lorsque le pays tiers dans lequel cette entreprise liée a son siège statutaire la soumet à un agrément et lui impose une exigence de solvabilité au moins comparable à celle prévue par les directives 73/239/CEE ou 79/267/CEE compte tenu des éléments de couverture de cette exigence, les États membres peuvent prévoir que le calcul prend en compte, en ce qui concerne cette dernière entreprise, l'exigence de solvabilité et les éléments admissibles pour satisfaire cette exigence tels que prévus par le pays tiers en question.
Wanneer het derde land waar deze verbonden onderneming haar hoofdkantoor heeft, haar onderwerpt aan een vergunning en aan ten minste een soortgelijk solvabiliteitsvereiste als dat van Richtlijn 73/239/EEG of Richtlijn 79/267/EEG, gelet op de vermogensbestanddelen ter dekking van dat vereiste, kunnen de lidstaten evenwel bepalen dat bij de berekening met betrekking tot deze laatste onderneming rekening wordt gehouden met het solvabiliteitsvereiste en met de voor het nakomen van dat vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen, als voorgeschreven door het betrokken derde land.