13. Les États membres devront développer leur politique d'innovation en fonction de leurs spécificités et avec, entre autres, les objectifs suivants: établissement de mécanismes de soutien aux PME innovantes, y compris aux start-ups à haute technologie, promotion de la recherche conjointe entre entreprises et universités, amélioration de l'accès au capital-risque, réorientation des marchés publics vers des produits et services innovants, développement de partenariats pour l'innovation et de pôles d'innovation au niveau régional et local.
1
3. De lidstaten moeten bij het ontwikkelen van hun innovatiebeleid uitgaan van hun specifieke kenmerken en daarbij onder andere het volgende nastreven : instelling van mechanismen voor steunverlening aan innoverend midden- en kleinbedrijf (MKB), met name
hoogtechnologische starters, aanmoediging van gezamenlijk onderzoek van ondernemingen en universiteiten, betere toegang tot durfkapitaal, heroriëntering van de overh
eidsopdrachten naar innovatieve producten en dienst ...[+++]en, en ontwikkeling van innovatiepartnerschappen en innovatiepolen op regionaal en lokaal niveau.