12. Lors de l'entrée en vigueur du présent Accord, les États et entités visés à l'article 3 dudit Accord qui l'appliquaient à titre provisoire conformément à l'article 7 et vis-à-vis desquels il n'est pas en vigueur peuvent demeurer membres de l'Autorité à titre provisoire jusqu'à l'entrée en vigueur de l'Accord à leur égard, conformément aux alinéas suivants :
12. Bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst kunnen de in artikel 3 bedoelde Staten en lichamen die de Overeenkomst voorlopig toepassen overeenkomstig artikel 7 en waarvoor ze niet van kracht is, voorlopig lid blijven van de Autoriteit tot wanneer de Overeenkomst voor deze Staten en lichamen in werking is getreden overeenkomstig de volgende letters :