Conformément à un ancien arrêt de la cour d'appel de Liège (Liège, 10 février 1887, Pas., 1887, II, p. 318), M. De Page accepte la validité d'un acte signé par un non-voyant, étant entendu qu'il sera toujours possible pour le signataire ou ses ayants droit de prouver que l'acte contesté est entaché de fraude (De Page, H., Tome III, 3e édition, n° 781).
De Page aanvaardt, in navolging van een oud arrest van het hof van beroep te Luik (Luik, 10 februari 1887, Pas., 1887, II, blz. 318), de rechtsgeldigheid van een door een blinde ondertekende akte, met dien verstande dat het steeds mogelijk zal zijn voor de ondertekenaar of zijn rechthebbenden te bewijzen dat de kwestieuze akte door bedrog aangetast is (De Page, H., Tome III, 3e édition, nr. 781).