4. Lorsque, dans un État membre donné, le nombre total d'animaux pour lesquels une demande a été introduite en ce qui concerne l'un des deux groupes d'animaux visés au paragraphe 1, points a) et b), et qui satisfont aux conditions d'octroi de la prime à l'abattage dépasse le plafond national prévu pour ce groupe, le nombre total des animaux admissibles dans ce groupe, par agriculteur, au cours de l'année considérée, est réduit proportionnellement.
4. Wanneer in een bepaalde lidstaat het totale aantal dieren waarvoor een aanvraag is ingediend met betrekking tot een van de twee in lid 1, onder a) of b), bedoelde groepen dieren en die voldoen aan de voorwaarden voor het toekennen van de slachtpremie, het nationale maximum voor die groep overschrijdt, wordt het totale aantal subsidiabele dieren van die groep per landbouwer voor het betrokken jaar proportioneel verlaagd.