1. l'article 106, § 3, alinéa 1, AR/CIR 92, qui prév
oit la renonciation totale à la perception du précompte mobilier sur les dividendes et sur les indemnités pour coupon manquant ou pour lot manquant afférentes aux instruments financiers qui font l'objet d'une convention constitutive de sûreté réelle ou d'un prêt, relatifs à des actions ou parts belges dont le débiteur est soit une société, association, établissement ou organisme qui a en Belgique son siège social, son principal établissement ou son siège de direction ou d'administration, soit une personne morale de droit public belge, lorsque ces dividendes sont alloués ou attribués à d
...[+++]es fonds de placement belges agréés par le Ministre des Finances, est inutile parce qu'aucun fonds de placement n'a jamais été agréé dans ce cadre; 1. artikel 106, § 3, eerste lid, KB/WIB 92, dat voorziet in de volledige verzaking aan de inning van de roerende voorheffing op dividenden en op de vergoedingen voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot betreffende financiële instrumenten die het voorwerp uitmaken van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening, met betrekking tot Belgische aandelen waarvan de schuldenaar ofwel een vennootschap, vereniging, inrichting of instelling is die haar maatschappelijke zetel, haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer in België heeft, ofwel een rechtspersoon is naar Belgisch publiek recht, wanneer die dividende
n worden betaald of toegekend aan Belgi ...[+++]sche beleggingsfondsen die door de Minister van Financiën zijn erkend, is nutteloos omdat geen enkel beleggingsfonds ooit werd erkend in dit kader;