5. regrette que le gouvernement intérimaire, tout en progressant dans la lutte contre la corruption, ait été beaucoup moins assidu en matière de réforme politique; réclame le retour à la démocratie et la levée de l'état d'urgence au Bangladesh; demande en particulier la levée de l'interdiction de toute activité politique, afin de permettre à tous les partis et à toutes les organisations politiques de préparer des élections libres et équitables, comme prévu par la constitution;
5. betreurt dat de overgangsregering, die weliswaar vorderingen boekt op het gebied van corruptiebestrijding, aanzienlijk minder werk maakt van politieke hervormingen; dringt aan op het herstel van de democratie en op de opheffing van de noodtoestand in Bangladesh; dringt met name aan op de opheffing van het verbod op alle politieke activiteiten, om alle partijen en politieke organisaties in staat te stellen open en eerlijke verkiezingen voor te bereiden, zoals de grondwet bepaalt;