Deze vert
rouwelijkheidsregel vloeit voort uit het feit dat, overeenkomstig artikel 88 van de Grondwet, « elke daad van de Koning, die rechtstreeks of onrechtstreeks een politieke weerslag kan hebben, door
een minister gedekt moet worden» (Verslag van
de Commissie er mede belast een met redenen omkleed advies uit te brengen over de toepassing van de grondwettelijke beginselen betreffende de uitoefening van de prerogatieven van de Koning en over de verho
...[+++]udingen der grote grondwettelijke machten onderling — Belgisch Staatsblad van 6 augustus 1949).