Quoique, à la différence de l'article 16, paragraphe 1, l'introduction de nouvelles candidatures entre les différents tours de scrutin ne soit pas expressément prévue lors de l'élection des vice-présidents, celle-ci est de droit en raison de la souveraineté de l'Assemblée, qui doit pouvoir se déterminer sur toute candidature possible, d'autant plus que l'absence de cette faculté pourrait faire obstacle au bon déroulement de l'élection.
Ofschoon bij de verkiezing van de ondervoorzitters anders dan in artikel 16, lid 1, niet uitdrukkelijk gewag wordt gemaakt van de voordracht van nieuwe kandidaten tussen de verschillende stemrondes, is zulks rechtmatig wegens de soevereiniteit van het Parlement, dat over iedere mogelijke kandidaat moet kunnen beslissen, te meer daar zonder deze mogelijkheid afbreuk zou kunnen worden gedaan aan het goede verloop van de verkiezing.