3. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour que, aux fins des pa
ragraphes 1 et 2 du présent article, les informations relatives à l’existence de condamn
ations pénales pour toute infraction visée aux articles 3 à 7, ou de toute mesure d’interdiction d’exercer des activités impliquant des contacts directs et réguliers avec des enfants consécutive auxdites condamnations pénales, soient transmises conformément aux procédures énoncées dans la décision-cadre 2009/315/JAI du Conseil du
...[+++] 26 février 2009 concernant l’organisation et le contenu des échanges d’informations extraites du casier judiciaire entre les États membres (13), lorsque ces informations sont demandées au titre de l’article 6 de ladite décision-cadre avec l’accord de la personne concernée.3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, met het oog op toepassing van de leden 1 en
2 van dit artikel, informatie met betrekking tot het bestaan van strafrechtelijke veroordelingen vo
or één van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten of van verboden tot het uitoefenen van activiteiten die rechtstreeks en geregeld contact met kinderen behelzen als gevolg van dergelijke strafrechtelijke veroordelingen, wordt doorgegeven overeenkomstig Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad van 26 februari
...[+++]2009 betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (13), wanneer daartoe op grond van artikel 6 van dat kaderbesluit een verzoek wordt ingediend met instemming van de betrokkene.