Dans la première branche du moyen, la requérante estime que les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés dans la mesure où, dans l'objectif déclaré de permettre aux associations sans but lucratif - qui n'ont pas la possibilité d'obtenir l'agréation, puisqu'elles ne peuvent être inscrites au registre de commerce - de soumissionner des marchés publics, ce sont toutes les sociétés d'économie sociale d'insertion qui sont dispensées de l'inscription au registre de commerce alors que la plupart d'entre elles, et notamment les sociétés à forme commerciale mais à finalité sociale, pourraient l'obtenir.
In het eerste onderdeel van het middel is de verzoekster van mening dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden in zoverre, met de duidelijke bedoeling de verenigingen zonder winstoogmerk die niet de mogelijkheid hebben de erkenning te verkrijgen, vermits zij niet kunnen worden ingeschreven in het handelsregister - ertoe in staat te stellen in te schrijven voor overheidsopdrachten, het alle ondernemingen voor sociale inschakelingseconomie zijn die worden vrijgesteld van inschrijving in het handelsregister, terwijl de meeste onder hen, en met name de vennootschappen met een commerciële vorm maar met een sociaal oogmerk, ze zouden kunnen verkrijgen.