1. Tout producteur d’un État membre qui, même s’il appartient au groupement ayant introduit la demande initiale, envisage de produire pour la première fois une spécialité traditionnelle garantie, en avise au préalable les autorités ou organismes désignés, visés à l’article 14, paragraphe 3, de l’État membre dans lequel il est établi, sur indication des autorités compétentes visées à l’article 14, paragraphe 1.
1. Een producent van een lidstaat die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, de in artikel 14, lid 3, bedoelde aangewezen autoriteiten of organen van de lidstaat waar hij is gevestigd, daar van tevoren van in kennis, op aanwijzing van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 14, lid 1.