2. Dans la mesure où le traité a trait au traitement de données à caractère personnel susceptibles de concerner le droit à la vie privée, le traité ne pose pas problème dans la mesure où il résulte de l'économie des dispositions de la directive 95/46/CE du Parlement européen et du Conseil, du 24 octobre 1995, relative à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données (1) , que trouve à s'appliquer l'article 24 du traité, prévoyant par ailleurs, que tout État sollicitant son adhésion au traité doit appliquer les dispositions de cette directive.
2. In zoverre het verdrag betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens die het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kunnen regarderen, stelt het verdrag geen problemen, daar uit de economie van de bepalingen van richtlijn 95/46/
EG van het Europees parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1) blijkt dat artikel 24 van het verdrag eventueel toepasselijk is, welk artikel overigens bepaalt dat elke Staat die een aanvraag indient om toetreding tot het verdrag, de bep
...[+++]alingen van die richtlijn moet toepassen.