3° si le médecin traitant, présent aux côtés du patient, confirme que ce dernier dispose d'un dossier médical relatif aux pathologies spécifiques en question, dans un autre hôpital de la zone d'intervention, lequel dispose d'un service des urgences spécifique; ce transport pourra être réalisé à condition que le médecin traitant ou le médecin du service mobile d'urgence l'accompagne jusqu'à l'hôpital désigné et pour autant que cette dérogation respecte le protocole visé à l'article 4, 6°, de l'arrêté royal précité du 10 août 1998».
3° indien de behandelende arts, aanwezig bij de zieke, bevestigt dat deze met betrekking tot de kwestieuze specifieke pathologieën een medisch dossier heeft in een ander ziekenhuis van de interventiezone met een bijzondere spoedgevallendienst; dit vervoer mag plaatsvinden onder de voorwaarde dat de behandelende arts of de arts van de mobiele urgentiegroep hem begeleidt naar het opgegeven ziekenhuis en voor zover deze afwijking overeenstemt met het protocol bedoeld in artikel 4, 6°, van voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 1998».