En permettant au Roi de traiter de manière distincte les personnes handicapées selon qu'elles cohabitent avec un parent ou allié au premier, deuxième ou troisième degré, d'une part, ou avec un tiers, d'autre part, le législateur a pris une mesure qui est, en principe, raisonnablement justifiée, compte tenu de l'objectif de solidarité qu'il poursuit dans un régime spécial d'aide sociale et compte tenu de son souci d'encourager la prise en charge familiale de la personne handicapée.
Door het de Koning mogelijk te maken de personen met een handicap verschillend te behandelen naargelang zij samenwonen met, enerzijds, een bloed- of aanverwant in de eerste, tweede of derde graad of, anderzijds, een derde, heeft de wetgever een maatregel genomen die in beginsel redelijk verantwoord is, rekening houdend met het doel van solidariteit dat hij nastreeft in een bijzonder stelsel van maatschappelijke dienstverlening en rekening houdend met zijn bekommernis om de familiale zorg voor de persoon met een handicap aan te moedigen.