Par contre, le traité de Lisbonne a gardé, sinon dans la forme au moins dans la substance, la principale innovation de caractère institutionnel que le traité constitutionnel avait apportée: il crée un Haut Représentant de l'Union pour les affaires étrangères et la politique de sécurité, lequel remplace le ministre des affaires étrangères de la Constitution, tout en gardant pratiquement intactes ses fonctions et ses compétences (cf. supra, point 6.5.).
Het verdrag van Lissabon heeft echter de belangrijkste institutionele vernieuwing van het Grondwettelijk Verdrag behouden, wat de inhoud betreft althans, niet wat betreft de vorm. Het stelt een Hoge vertegenwoordiger van de Unie aan voor buitenlandse zaken en het veiligheidsbeleid, deze vervangt de Minister van Buitenlandse Zaken van de Grondwet, met praktisch het gehele behoud van diens functies en bevoegdheden (zie hierboven, punt 6.5).