9. souligne l'urgente nécessité d'introduire des règles administratives plus étendues pour la procédure applicable au titre de l'actuel règlement (CE) n° 1049/2001 du Parlement européen et du Conseil du 30 mai 2001 relatif à l'accès du public aux documents du Parlement européen, du Conseil et de la Commission adopté sur la base
de l'article 15 du traité FUE, en particulier dans la perspective d'une codification de la jurisprudence pertinente de la Cour de justice de l'Union européenne et de l'élargissement du champ d'application de ce règlement à l'ensemble de l'administration de l'Union; il conviendrait également de mettre en place des
...[+++] dispositions plus efficaces en ce qui concerne la procédure applicable au traitement des données à caractère personnel – en particulier pour l'application concrète des droits que cette procédure garantit aux citoyens – au titre de l'actuel règlement (CE) n° 45/2001 du Parlement européen et du Conseil du 18 décembre 2000 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel par les institutions et organes communautaires et à la libre circulation de ces données, adopté sur la base de l'article 16 du traité FUE; admet cependant que grâce aux deux règlements en question, une codification de deux domaines du droit administratif commun de l'Union a eu lieu, que cette codification a déjà permis l'introduction de procédures administratives relativement claires, et que tout développement de ces procédures devrait se fonder sur ce qui a déjà été atteint jusqu'ici; 9. acht het dringend noodzakelijk om verdere bestuurlijke voorschriften in te voeren voor de procedure die van toepassing is krachtens de huidige Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van EU-instellingen, die moeten worden vastgesteld op
grond van artikel 15 VWEU, in het bijzonder met het oog op een codificatie van de desbetreffende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en op een uitbreiding van het toepassingsgebied van de verordening op tot het bestuur van de Unie in zijn geheel; meent dat er – met name met betrekking to
...[+++]t de toepassing van de daarin gegarandeerde rechten van de burgers – op vergelijkbare wijze effectievere voorschriften dienen te komen met betrekking tot de procedure die van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens krachtens Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, die moeten worden vastgesteld op grond van artikel 16 VWEU; erkent evenwel dat met de invoering van de beide voornoemde verordeningen een codificatie van twee gebieden van het algemene bestuursrecht van de Unie heeft plaatsgevonden die reeds tot relatief duidelijke bestuurlijke procedures heeft geleid, en dat bij de verdere ontwikkeling van deze procedures moet worden voortgebouwd op de tot dusver bereikte resultaten;