6. considère qu'il y a lieu de garantir à tou
t salarié, quel que soit son statut d'emploi, un ensemble de droits fondamentaux; recommande que les priorités d'une réforme du droit du travail, là où elle est nécessaire, concernent: l'extension urgente de la protection des travailleurs dans les formes atypiques d'emploi, le regroupement des contrats atypiques dans un souci de simplification, la création durable de relations de travail normales, la clarification de la situation du travail salarié y compris une action préventive relative à la santé et à la sécurité des travailleurs atypiques, la lutte contre le travail non déclaré, l'aide à
...[+++]la création de nouveaux emplois, y compris sous des contrats atypiques, et la facilitation des transitions entre les différents types d'emploi et de chômage, avec la promotion de politiques telles que les indemnités spéciales, la formation tout au long de la vie, le recyclage professionnel et la formation sur le tas; encourage des mesures pour clarifier la situation du travail salarié et invite la Commission à développer des lignes directrices claires sur la portée de la relation de travail, comme l'a recommandé l'OIT dans ses recommandations de 2006; 6. is van mening dat alle werkenden ongeacht hun specifieke arbeidsrechtelijke situatie bepaalde grondrechten moeten hebben; pleit ervoor dat bij de hervorming van het arbeidsrecht, daar waar nodig, het accent wordt gelegd op de volgende prioriteiten: dringend gewenste uitbreiding van de bescherming van werknemers met atypische arbeidsvormen, combinatie van atypische arbeidovereenkomsten met het oog op vereenvoudiging; : duurzame totstandbrenging van gewone arbeidsverhoudingen; verduidelijking van de situatie van werk in loondienst, met inbegrip van preventieve maatregelen met betrekking tot gezondheid en veiligheid van atypische werknemers; bestrijding van zwartwerk, steun voor de schepping van nieuwe banen ook in het kad
er van aty ...[+++]pische arbeidscontracten, en vergemakkelijking van de overgang tussen verschillende soorten werkgelegenheid en werkloosheid via bevordering van beleid zoals speciale arbeidsuitkeringen, levenslang leren, herscholing en scholing op de werkplek; pleit voor de verduidelijking van de situatie van loonarbeid en verzoekt de Commissie om overeenkomstig de aanbevelingen van de IAO van 2006 duidelijke richtsnoeren te ontwikkelen met betrekking tot de draagwijdte van arbeidsverhoudingen;