(w) «personnes à mobilité réduite», t
outes les personnes ayant des difficulté
s pour utiliser les transports publics, telles que, par exemple, les personnes handicapées (y compris les personnes souffrant de handicaps sensoriels et intellectuels et les personnes en fauteuil roulant), les personnes handicapées des membres, les personnes de petite taille, les personnes trans
portant des bagages lourds, les personnes âgées, les femmes enceintes, les personnes ayant un chariot à
...[+++]bagages et les personnes voyageant avec des enfants (y compris des enfants en poussette)".
"(w) "personen met een mobiliteitshandicap": iedereen die moeilijkheden heeft met het gebruik van openbaar vervoer, zoals gehandicapten (waaronder mensen met zintuiglijke en geestelijke gebreken en rolstoelgebruikers), mensen met gebreken aan de ledematen, zeer kleine mensen, mensen met zware bagage, bejaarden, zwangere vrouwen, mensen met roltassen en mensen met jonge kinderen (kinderen in wandelwagens inbegrepen)".