Art. 2. Cette dérogation est autorisée à condition que le jeune travailleur visé à l'article 1 dispose encore, après la fin de son travail, d'un moyen de transport public lui permettant de rejoindre sa résidence, ou, qu'à défaut, l'employeur assure ce transport, ou lui rembourse les frais qu'il a réellement exposés pour rejoindre sa résidence.
Art. 2. Deze afwijking wordt toegestaan op voorwaarde dat de in artikel 1 bedoelde jeugdige werknemer na het einde van zijn werk nog over een openbaar vervoermiddel beschikt om zijn woonst te bereiken, of dat, bij gebreke hiervan, de werkgever in het vervoer voorziet of hem de werkelijke gedragen kosten om zijn woonst te bereiken, terugbetaalt.