Le procureur général près la cour d'appel peut, dans son ressort, désigner un ou plusieurs magistrats du parquet général, de l'auditorat général du travail ou, en concertation avec le procureur du Roi ou de l'auditeur du travail, du parquet du procureur du Roi ou de l'auditorat du travail près le tribunal de travail, auxquels le procureur fédéral ou le ministre de la Justice peut faire appel prioritairement dans le cadre de l'article 144bis, § 3, alinéas 1 et 2.
De procureur-generaal bij het hof van beroep kan, binnen zijn rechtsgebied, een of meer magistraten van het parket-generaal, van het arbeidsauditoraat-generaal of, in overleg met de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, van het parket van de procureur des Konings of het arbeidsauditoraat bij de arbeidsrechtbank aanwijzen, op wie de federale procureur, respectievelijk de minister van Justitie bij voorrang een beroep kan doen in het kader van artikel 144bis, § 3, eerste en tweede lid.