1. Pourquoi a-t-elle annoncé le 3 avril dans « De Standaard » qu'un groupe de travail interministériel serait constitué afin de mettre au point les modalités de remboursement décrites ci-avant alors que, dans sa réponse à ma question écrite, elle affirme que les ministres ne peuvent ou ne souhaitent pas négocier à ce sujet ?
1. Waarom kondigde ze op 3 april in De Standaard aan dat een interministeriële werkgroep zou worden opgericht teneinde de hierboven beschreven terugbetalingsregeling op punt te stellen, daar waar ze in antwoord op mijn schriftelijke vraag thans stelt dat de ministers hierover niet eens mogen en/of wensen mee te onderhandelen ?