22. considère que, pour améliorer le rapport population employée/p
opulation en âge de travailler, il est nécessaire d'adopter des mesures visant spécifiquement des catégories qui ont des difficultés à accéder au marché du travail, à savoir les jeunes, les femmes, les
personnes âgées de plus de 55 ans et les personnes handicapées, d'élaborer, en matière de travail et de temps de travail, une approche, fondée sur le cycle de vie, qui soit hautement respectueuse des besoins individuels et, en particulier, de mettre en place des mesures i
...[+++]ncitant les travailleurs âgés à transmettre leur expérience professionnelle; invite donc les États membres, avec les partenaires sociaux, à promouvoir des mesures visant à adapter les relations de travail et le temps de travail aux besoins spécifiques de ces catégories sociales; 22. is van mening dat met het oog op de verhoging van het aandeel van de beroepsbevolking van de bevolking in de beroepsgeschikte leeftijd de volgende maatregelen noodzakelijk zijn: vaststelling van maatregelen die zijn toegespitst op groepen die problemen hebben met de toegang tot de arbeidsmarkten, met name jongeren, vrouwen, personen die ouder zijn dan 55 jaar en gehandicapten; ontwikkeling van een het gehele leven omspannende benadering van werk en arbeidstijd, waarin zeer veel rekening wordt gehouden met individuele behoeften, en met name, stimulansen om te bevorderen dat oudere werknemers hun werkervaring aanbieden; verzoekt de lidstaten derhalve om samen met de sociale partners maatregelen te bevorderen ten einde arbeidsrelaties en
...[+++] arbeidstijd aan te passen aan de specifieke behoeften van deze maatschappelijke groeperingen;