Par les arrêts n 119/2001, 51/2008, 77/2008, 165/2011 et 167/2011, la Cour a jugé que les articles 10 et 11 de la Constitution ne sont pas violés par l'article 39 de la loi du 3 juillet 1978, interprété en ce sens qu'en cas de licenciement d'un travailleur ayant réduit ses prestations de travail, il convient de se baser sur la rémunération en cours correspondant aux prestations réduites pour fixer le montant de l'indemnité de congé.
Bij de arresten nrs. 119/2001, 51/2008, 77/2008, 165/2011 en 167/2011, heeft het Hof geoordeeld dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet worden geschonden door artikel 39 van de wet van 3 juli 1978, geïnterpreteerd in die zin dat, in geval van ontslag van een werknemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd, voor het vaststellen van het bedrag van de opzeggingsvergoeding dient te worden uitgegaan van het loon dat overeenstemt met de verminderde prestaties.