À titre d’exemple, l’une des exceptions prévues par le droit de l’UE est la règle qui permet à un État membre de ne pas accorder de bourses d’étude ou de prêts à des étudiants de l’UE à moins qu’ils n’aient acquis un droit de séjour permanent ou qu’ils ne soient des travailleurs salariés ou des membres de la famille d’un travailleur salarié (directive 2004/38, article 24, paragraphe 2).
Een voorbeeld van een dergelijke uitzondering krachtens EU-recht is dat een lidstaat geen steun voor levensonderhoud of leningen hoeft te verstrekken aan EU-studenten uit andere lidstaten tenzij zij een duurzaam verblijfsrecht hebben verworven, werknemer zijn dan wel gezinsleden van een werknemer (Richtlijn 2044/38, artikel 24, lid 2).