La requérante estime que l'article 4, § 2, de la loi du 30 avril 1999 relative à l'occupation des travailleurs étrangers viole l'article 6, § 1, IX, 3°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles en ce qu'il prive les ministres régionaux de toute initiative dans l'octroi de permis de travail à des personnes se trouvant sur le territoire sans permis de séjour, ce qui a pour conséquence qu'il ne permet pas aux régions de mener une politique différenciée en matière d'emploi.
De verzoekster is van mening dat artikel 4, § 2, van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers artikel 6, § 1, IX, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen schendt doordat het de gewestministers elk initiatief ontneemt bij de afgifte van arbeidskaarten aan personen die zich zonder verblijfsvergunning op het grondgebied bevinden, wat tot gevolg heeft dat het de gewesten onmogelijk wordt gemaakt een gedifferentieerd beleid inzake tewerkstelling te voeren.