Enfin, la Cour rappelle la nécessité de respecter l'effet utile de la directive et les objectifs poursuivis par celle-ci, à savoir la protection de la sécurité et la santé des travailleuses enceintes, accouchées et allaitantes, et note que les États membres sont libres de maintenir aux travailleuses dispensées de travailler ou provisoirement affectées à un autre poste pendant leur grossesse ou à celles en congé de maternité l'intégralité de leur rémunération et donc un niveau de revenu plus élevé que celui garanti par la directive.
Ten slotte herinnert het Hof aan de noodzaak om de nuttige werking te verzekeren van de richtlijn en van door haar nagestreefde doelstellingen, te weten de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie. Tevens wijst het Hof erop dat het de lidstaten vrij staat om te bepalen dat werkneemsters die tijdens hun zwangerschap zijn vrijgesteld van arbeid of tijdelijk naar een andere arbeidsplaats zijn overgeplaatst, of met zwangerschapsverlof zijn, hun volledige bezoldiging, en dus een hoger inkomenniveau dan door de richtlijn wordt gewaarborgd, behouden.