Cette plainte peut être déposée lorsque cinq membres au moins de ladite commission estiment qu'un parti politique, par son propre fait ou par celui de ses composantes, de ses listes, de ses candidats ou de ses mandataires élus, montre de manière manifeste et à travers plusieurs indices concordants son hostilité envers les droits et libertés garantis par la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales du 4 novembre 1950.
De klacht kan worden ingediend wanneer minstens vijf leden van deze commissie van oordeel zijn dat een politieke partij door eigen toedoen of door toedoen van haar geledingen, lijsten, kandidaten of verkozene, duidelijk en door middel van verscheidene, met elkaar overeenstemmende tekenen, aantoont dat ze vijandig staat tegenover de rechten en de vrijheden die gewaarborgd worden door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950.