Nonobstant l'article 4, paragraphe 1, troisième alinéa, dans les cas où il s'avère impossible d'apposer sur l'animal un moyen d'identification électronique avec le même code d'identification unique, l'autorité compétente peut, sous son contrôle, permettre que le deuxième moyen d'identification porte un code différent à la condition que la traçabilité soit pleinement garantie et que l'identification de l'animal, y compris de l'exploitation au sein de laquelle il est né, soit possible.
Onverminderd artikel 4, lid 1, derde alinea, kan de bevoegde autoriteit in gevallen waar geen elektronisch identificatiemiddel met dezelfde unieke identificatiecode bij het dier kan worden aangebracht, onder haar toezicht toestaan dat het tweede identificatiemiddel een andere code draagt, mits volledige traceerbaarheid wordt gegarandeerd, het dier individueel kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren.