« Art. 3. § 1. Les assujettis et les membres d'une unité T.V. A. au sens de l'article 4, § 2, du Code, tenus au dépôt de la déclaration visée à l'article 53, § 1, alinéa 1, 2°, du Code, doivent pour chaque trimestre civil au cours duquel ils effectuent une ou plusieurs livraisons intracommunautaires de moyens de transport neufs au sens de l'article 8bis, § 2, du Code, dans les conditions de l'article 39bis, 2°, du Code, en informer l'administration qui a la taxe sur la valeur ajoutée dans ses attributions, au plus tard le vingtième jour
du mois qui suit le trimestre civil auquel elle se rapporte au moyen d'une liste contenant les rense
...[+++]ignements suivants :« Art. 3. § 1. De belastingplichtigen en de leden van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, gehouden tot het indienen van de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek, moeten voor ieder kalenderkwartaal tijdens hetwelk zij één of meerdere intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, van het Wetboek verrichten, binnen de voorwaarden van artikel 39bis, 2°, van het Wetboek, de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft daarvan inlichten uiterlijk de twintigste van
de maand die volgt op het kalenderkwartaal waarop ...[+++]ze betrekking heeft door middel van een lijst die de volgende inlichtingen bevat :