considérant que, dans chaque État membre, les véhicules à moteur à deux ou trois roues doivent satisfaire, en ce qui concerne le dispositif de protection contre un emploi non autorisé, à certaines caractéristiques techniques fixées par des prescriptions impératives qui diffèrent d'un État membre à l'autre; que, par leurs disparités, elles entravent les échanges à l'intérieur de la Communauté;
Overwegende dat in elke Lid-Staat twee- of driewielige motorvoertuigen, wat de inrichting ter beveiliging tegen het gebruik door onbevoegden betreft, bepaalde technische kenmerken dienen te bezitten, die in dwingende, van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillende voorschriften zijn vervat; dat deze voorschriften uiteenlopen en daardoor een belemmering voor het handelsverkeer in de Gemeenschap vormen;