La loi ne leur accorde que le droit à un congé de circonstances (« petit chômage ») de trois jours, qu'ils doivent prendre dans le mois qui suit l'inscription de l'enfant dans le registre de la population (arrêté royal du 28 août 1963 relatif au maintien de la rémunération normale des ouvriers, des travailleurs domestiques, des employés et des travailleurs engagés pour le service des bâtiments de navigation intérieure pour les jours d'absence à l'occasion d'événements familiaux ou en vue de l'accomplissement d'obligations civiques ou de missions civiles).
De wet geeft hun in dit geval enkel recht op een omstandigheidsverlof (« klein verlet ») van drie dagen, te nemen binnen de maand die volgt op de inschrijving van het kind in de bevolkingsregisters (koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normale loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke of van burgerlijke opdrachten).