Dans l'ensemble, les États membres considèrent que l'éducation doit permettre d'atteindre trois objectifs principaux: le développement de l'individu, afin que celui-ci puisse réaliser tout son potentiel et mener une vie heureuse et enrichissante; le développement de la société, plus particulièrement par la réduction des disparités et des injustices entre individus ou groupes; et la croissance de l'économie, en faisant en sorte que les qualifications disponibles sur le marché du travail correspondent aux besoins des entreprises et des employeurs.
Over het algemeen genomen zijn de lidstaten de mening toegedaan dat onderwijs moet bijdragen aan drie hoofddoelstellingen: de ontwikkeling van het individu, dat aldus zijn of haar volledige potentieel kan ontplooien en een gelukkig en vruchtbaar bestaan kan leiden; de ontwikkeling van de samenleving, met name door de verschillen en onrechtvaardige verdeling tussen individuen en groepen te verminderen; en de ontwikkeling van de economie door de op de arbeidsmarkt beschikbare vaardigheden af te stemmen op de behoeften van bedrijven en werkgevers.