Pour garantir un lien étroit entre le terroir et le produit par une alimentation spécifique de l’aire géographique, les vaches laitières pâturent au moins 6 mois dans l’année, l’exploitation comporte au minimum 0,33 ha de surface en herbe par vache laitière traite dont au moins 0,25 ha de surface en herbe pâturable accessible depuis les locaux de traite, ainsi que 2 ha de prairie par hectare de maïs ensilage utilisé pour l’alimentation des animaux du troupeau.
Om door middel van een specifieke voeding uit het geografische gebied een nauwe band te garanderen tussen het geografische gebied en het product, grazen de melkkoeien ten minste zes maanden per jaar in de wei. Het bedrijf beschikt over ten minste 0,33 ha grasland per melkkoe, waarvan ten minste 0,25 ha bestaat uit grasland dat bereikbaar is vanuit melkstallen, alsmede 2 ha grasland per hectare kuilmaïs dat voor het voederen van de dieren in de veestapel wordt gebruikt.