Art. 25. Lorsqu'un militaire ou candid
at militaire qui se trouve dans les sous-positions " en formation" ou " en service normal" visées à l'article 191, alinéas 1 et 6, de la loi, est absent illégalement, le chef de corps, désigne, dans les 72 heures qui suivent le premier jour de l'absence ill
égale, un supérieur hiérarchique ou fonctionnel du militaire ou candidat militaire concerné pour procéder à toute enquête nécessaire afin de connaître le motif de l'absence du militaire ou candidat militaire concerné, notamment en recueillant
...[+++] tout témoignage utile.
Art. 25. Wanneer een militair of kandidaat-militair die zich in de deelstanden " in vorming" of " in normale dienst" , bedoeld in artikel 191, eerste en zesde lid, van de wet, bevindt, onwettig afwezig is, duidt de korpscommandant, binnen de 72 uren die volgen op de eerste dag van de onwettige afwezigheid, een hiërarchische of functionele meerdere van de betrokken militair aan om ieder nuttig onderzoek in te stellen teneinde het motief van de afwezigheid van de betrokken militair of kandidaat-militair te kennen, inzonderheid door iedere dienstige getuigenis af te nemen.