3. souligne que le renforcement de l'OSCE ne doit pas se faire au prix de l'affaiblissement d'institutions ou de mécanismes existants tant qu'ils n'ont pas été réformés ou que des formules de remplacement n'ont pas été trouvées, et notamment du travail du Bureau des institutions démocratiques et des droits de l'homme (BIDDH) et de son indépendance;
3. benadrukt dat versterking van de OVSE niet mag leiden tot verzwakking van de bestaande instellingen en instrumenten of tot aantasting van de onafhankelijkheid daarvan, zolang deze nog niet hervormd zijn of nog geen overeenstemming over alternatieven is bereikt, met name voor wat betreft voor wat betreft de werkzaamheden van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR);