En vue de maintenir la concordance avec sa pratique actuelle en matière d'extradition, il est proposé que la Belgique fasse la déclaration prévue au paragraphe 4 de l'article 7 selon laquelle « le consentement à la procédure simplifiée ainsi que la renoncia
tion automatique au bénéfice de la règle de la spécialité qui y est associée, exprimés en application de la présente Conventio
n, par une personne trouvée en Belgique, restent révocables et ce jusqu'à ce que cette personne soit remise entre les mains des autorités de l'État requérant
...[+++] ».
Er is voorgesteld dat België, met het oog op de handhaving van de overeenstemming met zijn bestaand praktijk in de materie van de uitlevering, de verklaring voorzien in artikel 7, paragraaf 4 te laten afleggen. Deze verklaring luidt als volgt : « De instemming met de verkorte procedure, uitgedrukt in toepassing van de huidige Overeenkomst, door een in België gevonden persoon, alsook de hiermee samenhangende automatische afstand van het specialiteitsbeginsel zijn herroepbaar tot op het moment dat deze persoon in de handen van de autoriteiten van de verzoekende staat is overgedragen».