Le Conseil d'État, section de législation
, première chambre, saisi par le ministre des Affaires étrangères, le 12 mai 2009, d'une demande d'avis, dans un délai de trente jours, sur un avant-projet de loi « portant assentiment à l'Accord entre le Royaume de Belgique et le gouvernement
de la République de Turquie sur l'exercice d'activités à but lucratif par certains membres de la famille du personnel de missions diplomatiques et de postes consulaires, signé à Istanbul le 31 octobre 200
8 », a donné l'avis ...[+++]suivant:
De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 12 mei 2009 door de minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Turkije inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Istanboel op 31 oktober 2008 », heeft het volgende advies gegeven :