La tuyauterie d'admission du biogaz dans l'équipement permettant la destruction du biogaz non valorisé est équipée d'un dispositif anti-retour de flamme, de vannes d'arrêt et de vannes de sécurité coupant l'injection de biogaz en cas d'absence de flamme.
De leiding tot toelating van het biogas in de uitrusting waarmee het niet gevalorisserde biogas vernietigd kan worden, beschikt over een vlamterugslagklep, stop- en veiligheidskleppen waarmee de injectie van biogas onderbroken wordt bij gebrek aan vlam.