d) en outre, les navires doivent pouvoir émettre et recevoir des radiocommunications d'ordre général au moyen de la radiotéléphonie ou de la télégraphie à impression directe en utilisant une installation radioélectrique à ondes hectométriques/décamétriques fonctionnant sur les fréquences de travail des bandes comprises entre 1605 kHz et 4000 kHz et entre 4000 kHz et 27500 kHz.
d) het vaartuig moet tevens in staat zijn om algemene radioberichten uit te zenden en te ontvangen met gebruik van radiotelefonie of rechtstreeks drukkende telegrafie (DPT) door middel van een MF/HF-radio-installatie werkend op de werkfrequenties in de banden begrepen tussen 1 605 kHz en 4 000 kHz of tussen 4 000 kHz en 27 500 kHz.