Il ressort également des mêmes travaux préparatoires que le législateur entendait néanmoins garantir le droit pour les demandeurs d'asile, lorsqu'ils parlent effectivement le français ou le néerlandais, d'être entendus dans la langue de leur choix (ibid., pp. 32 et 33).
32 tot 34). Uit dezelfde parlementaire voorbereiding blijkt eveneens dat de wetgever de asielzoekers nochtans het recht wilde garanderen, wanneer zij daadwerkelijk Frans of Nederlands spreken, gehoord te worden in de taal van hun keuze (ibid., pp. 32 en 33).