Art. 14. Les conseillers du Conseil de la concurrence, les membres de l'Auditorat, les greffiers et les fonctionnaires du Service de la concurrence, ainsi que toute autre personne travaillant sous leur autorité, sont soumis au secret professionnel et ne peuvent divulguer, sans préjudice des dispositions de la Section X du Chapitre V, de l'article 55 et
des arrêtés royaux pris en vertu de l'article 24, alinéa 2, à quelque personne
ou autorité que ce soit, les informations confidentielles dont ils ont eu connaissance en raison de leurs
...[+++] fonctions, hormis le cas où ils sont appelés à rendre témoignage en justice.
Art. 14. De raadsleden van de Raad voor de Mededinging, de leden van het Auditoraat, de griffiers en de ambtenaren van de Dienst voor de Mededinging, alsmede iedereen die onder hun gezag werkt, zijn gebonden door het beroepsgeheim en mogen, onverminderd de bepalingen van Afdeling X van Hoofdstuk V, van artikel 55 en van de koninklijke besluiten uitgevaardigd met toepassing van artikel 24, tweede lid, de vertrouwelijke gegevens waarvan zij wegens hun functie kennis hebben gekregen aan geen enkele persoon of autoriteit bekendmaken, behalve wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen.