Il apparaît du reste de plusieurs arrêts rendus par le Conseil d'Etat sous l'empire de la législation antérieure qu'il était systématiquement fait usage de l'exception à la présence de la personne incriminée ou d'un témoin en raison de l'impossibilité d'organiser cette présence (notamment, CE, 3 juillet 2013, n° 224.230; 28 novembre 2014, n° 229.395; 11 mars 2015, n° 230.478).
Voor het overige blijkt uit verscheidene arresten, die onder de gelding van de vroegere wetgeving door de Raad van State zijn gewezen, dat systematisch gebruik werd gemaakt van de uitzondering op de aanwezigheid van de geïncrimineerde persoon of van een getuige wegens de onmogelijkheid om die aanwezigheid te organiseren (inzonderheid, RvSt, 3 juli 2013, nr. 224.230; 28 november 2014, nr. 229.395; 11 maart 2015, nr. 230.478).