- compromet la sécurité juridique des contribuables, qui pouvaient partir du principe que les additionnels communaux à l'impôt des personnes physiques, rendus obligatoires par un règlement voté tardivement, soit après le 31 décembre de l'année correspondant à la période imposable, étaient illégaux, compte tenu de la jurisprudence constante de la Cour constitutionnelle en matière de rétroactivité (voir notamment arrêt du 23 juin 2004 n° 109/2004) et l'arrêt de la Cour de cassation du 14 mars 2008, sans que des circonstances exceptionnelles justifiant le caractère rétroactif de la loi puissent être invoquées par le législateur;
- de rechtszekerheid van de belastingplichtigen in het gedrang brengt, die ervan konden uitgaan dat de aanvullende gemeentebelastingen op de personenbelasting, die bindend zi
jn geworden bij een reglement dat niet tijdig is goedgekeurd, namelijk na 31 december van het jaar dat overeenstemt met het belastbare tijdperk, onwettig waren, rekening houdend met de vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof inzake retroactiviteit (zie met name het arrest
nr. 109/2004 van 23 juni 2004) en met het arrest van het Hof van Ca
...[+++]ssatie van 14 maart 2008, zonder dat uitzonderlijke omstandigheden die het retroactieve karakter van de wet verantwoorden, door de wetgever kunnen worden aangevoerd;