« d'encourager les autorités des pays concernés par l'intolérance religieuse à intégrer dans leur droit interne les textes de droit international qui protègent la liberté de pensée, de conscience et de religion; de les faire respecter et d'y consacrer une attention particulière, étant donné l'importance de l'enjeu; ».
« de overheden van de landen waar religieuze onverdraagzaamheid heerst, aan te moedigen om in hun intern recht internationaal rechtelijke teksten op te nemen die de vrijheid van denken, van geweten en godsdienst beschermen; deze teksten te doen naleven en er bijzondere aandacht aan te besteden, gelet op het grote belang ervan; ».